"Kinderkes...ik hoop dat er nooit geen oorlog meer komt"...ik hoor het mijn grootmoeder nog dikwijls met bevende stem zeggen. Echter, de verhalen die ik over "den oorlog" te horen kreeg van familieleden waren veelal over de tweede wereldoorlog: over de straf die men kreeg tijdens krijsgevangenschap wegens het stelen van de restanten van een stuk spek, het maken van soep van afval van appelsienschillen (wat nu blijkbaar niet zo bijzonder is), kinderen die van honger gras eten, krijt in brood opdat het toch wit zou kleuren, kastanjes in het brooddeeg, eten van katten,..... Nu pas besef ik dat deze verhalen voor hen meer dan mijmeringen waren. Aan wie anders dan hun (klein)kinderen konden de ouderen deze geschiedenissen kwijt. Hoe heeft heel deze generatie deze ellende verwerkt? Al deze verhalen zijn voor mij dan ook niet van voorbijgaande aard geweest. Het is toch opvallend dat er heel wat mensen in hun vrije tijd actief zijn met het aanleggen van diverse verzamelingen (helmen, medailles,......boeken). Verwerken we zo niet een beetje het feit dat deze ouderen er niet meer zijn?
Later kreeg ik ook verhalen te horen van V2-bommen die over de stad vlogen......en die dan plots stopten met ratelen..."da's een teken dat ze gingen neerstorten". Ik had dan een beeld van mensen die op een markt stonden, enkele ogenblikken angstig opkeken en voor wie er op dat moment geen vluchten meer mogelijk is.
De eerste wereldoorlog kwam minder aan bod. Ik weet bijvoorbeeld niet meer of het verhaal van een Duitse soldaat die op het erf van mijn overgrootouders kwam en werd weggejaagd door mijn overgrootvader zich situeert in de eerste of tweede wereldoorlog. Dezelfde twijfel heb ik over het verhaal van het pas geslacht biggetje dat men in een wieg verstopte toen "den Duits" kwam controleren...
Later kreeg ik ook verhalen te horen van V2-bommen die over de stad vlogen......en die dan plots stopten met ratelen..."da's een teken dat ze gingen neerstorten". Ik had dan een beeld van mensen die op een markt stonden, enkele ogenblikken angstig opkeken en voor wie er op dat moment geen vluchten meer mogelijk is.
De eerste wereldoorlog kwam minder aan bod. Ik weet bijvoorbeeld niet meer of het verhaal van een Duitse soldaat die op het erf van mijn overgrootouders kwam en werd weggejaagd door mijn overgrootvader zich situeert in de eerste of tweede wereldoorlog. Dezelfde twijfel heb ik over het verhaal van het pas geslacht biggetje dat men in een wieg verstopte toen "den Duits" kwam controleren...
Sedert enige tijd probeer ik dan ook een beeld te krijgen van de eerste wereldoorlog. Ik ben stilaan zogenaamde frontliteratuur aan het verzamelen. Proza en poëzie. Ik hoop dan ook over dit onderwerp regelmatig verslag uit te brengen. Zo heb ik net "De blijde kruisvaart" gelezen van Fritz Francken (1893-1969 , pseudoniem voor Frederik Clijnman).
In het voorwoord van de editie die ik heb (1923) geeft de auteur aan dat hij met ettelijke in deze bladzijden voorkomende optimistische uitlatingen het niet meer eens is. Soms lijkt het boek optimistisch (bv. " De jongens lieten de kiekens vrij rondflodderen op 't neerhof en eerbiedigen 't boerderijtje omdat de pachter vrijgevig was. Hij noodigde hen soms op een potje koffie bij hem thuis en gaf hun al eens wat groenten uit zijn moestuin.") doch er zijn passages waar de gruwel van de oorlog vrij confronterend is. De ellende zit echter overduidelijk in de kleine dingen. Zo is er de soldaat die pas vader was geworden: "De oorlog hing hem fraai de keel uit. Want acht dagen voor ze te Brussel, Duitschlands brutaal ultimatum ontvangen hadden, zond Nonkel een hoorntje doopsuiker aan al zijn familieleden, om de plechtige geboorte van zijn derden zoon aan te kondigen en te verheerlijken."
Wat mij het meest trof is de soldaat die begon te zingen, uitgedaagd door het gezang aan de overzijde....maar dan plots: "Een schot knalde. Polleke stuikte voorover." Ook dit is oorlog uiteraard.
Voorts krijgen we zeer voorzichtig duiding bij de toestand van de Vlaamse soldaat wanneer deze het slachtoffer is van het gegeven dat de meeste officieren en zelfs onderofficieren geen deftig Nederlands kennen. Een voorbeeld is de passage waar de soldaten worden aangesproken...."De exercitie begon ook voor goed. Alle dagen, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat, ging het van "Demi tour à droite! En tirailleurs vers la gauche! A droite par quatre!" en wat weet ik nog meer."
Het boek geeft dus een beschrijving van het leven aan het front in de aanvangsfase van de eerste wereldoorlog en de gruwelijke werkelijkheid van het frontleven. Francken is dan misschien optimistisch...maar geeft mij toch een vrij helder beeld van de dagdagelijkse problemen aan het front in de eerste wereldoorlog. Ik ga nog meer werk zoeken van deze auteur.
Bibliografie
Fritz Francken, "De blijde kruisvaart.", Gust Jansen Uitgever, Antwerpen, 1923, p. 195.
---
zie ook:
Nele Criel, Fritz Francken, meer dan een frontdichter. Een studie van de invloed van de Groote Oorlog op zijn poëzie en poëtica (scriptie voorgelegd tot het verkrijgen van de graad Master in de Taal- en Letterkunde, Universiteit Faculteit Letteren en wijsbegeerte, 2008-2009).
http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/414/423/RUG01-001414423_2010_0001_AC.pdf
http://schrijversgewijs.be/schrijvers/francken-fritz/
http://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id=fran007
In het voorwoord van de editie die ik heb (1923) geeft de auteur aan dat hij met ettelijke in deze bladzijden voorkomende optimistische uitlatingen het niet meer eens is. Soms lijkt het boek optimistisch (bv. " De jongens lieten de kiekens vrij rondflodderen op 't neerhof en eerbiedigen 't boerderijtje omdat de pachter vrijgevig was. Hij noodigde hen soms op een potje koffie bij hem thuis en gaf hun al eens wat groenten uit zijn moestuin.") doch er zijn passages waar de gruwel van de oorlog vrij confronterend is. De ellende zit echter overduidelijk in de kleine dingen. Zo is er de soldaat die pas vader was geworden: "De oorlog hing hem fraai de keel uit. Want acht dagen voor ze te Brussel, Duitschlands brutaal ultimatum ontvangen hadden, zond Nonkel een hoorntje doopsuiker aan al zijn familieleden, om de plechtige geboorte van zijn derden zoon aan te kondigen en te verheerlijken."
Wat mij het meest trof is de soldaat die begon te zingen, uitgedaagd door het gezang aan de overzijde....maar dan plots: "Een schot knalde. Polleke stuikte voorover." Ook dit is oorlog uiteraard.
Voorts krijgen we zeer voorzichtig duiding bij de toestand van de Vlaamse soldaat wanneer deze het slachtoffer is van het gegeven dat de meeste officieren en zelfs onderofficieren geen deftig Nederlands kennen. Een voorbeeld is de passage waar de soldaten worden aangesproken...."De exercitie begon ook voor goed. Alle dagen, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat, ging het van "Demi tour à droite! En tirailleurs vers la gauche! A droite par quatre!" en wat weet ik nog meer."
Het boek geeft dus een beschrijving van het leven aan het front in de aanvangsfase van de eerste wereldoorlog en de gruwelijke werkelijkheid van het frontleven. Francken is dan misschien optimistisch...maar geeft mij toch een vrij helder beeld van de dagdagelijkse problemen aan het front in de eerste wereldoorlog. Ik ga nog meer werk zoeken van deze auteur.
Bibliografie
Fritz Francken, "De blijde kruisvaart.", Gust Jansen Uitgever, Antwerpen, 1923, p. 195.
---
zie ook:
Nele Criel, Fritz Francken, meer dan een frontdichter. Een studie van de invloed van de Groote Oorlog op zijn poëzie en poëtica (scriptie voorgelegd tot het verkrijgen van de graad Master in de Taal- en Letterkunde, Universiteit Faculteit Letteren en wijsbegeerte, 2008-2009).
http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/414/423/RUG01-001414423_2010_0001_AC.pdf
http://schrijversgewijs.be/schrijvers/francken-fritz/
http://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id=fran007
Geen opmerkingen:
Een reactie posten