zaterdag 30 maart 2013

Frontliteratuur (2) - Maurits Sabbe (1)

Eigenlijk hebben we bij de verhalenbundel "In 't gedrang. Vertellingen uit den oorlog." van Maurits Sabbe (1873-1938) niet echt te maken met frontliteratuur.



Sabbe schetst hier in een reeks verhalen hoe de bevolking reageerde bij het uitbreken van de eerste wereldoorlog. Niet alleen de reactie van de bevolking, ook het gedrag van de dieren wordt omschreven. Zo krijgen we in het verhaal "De honden uit de buurt" een ruwe schets van wat er zoal met dieren kan gebeuren in een oorlog.
 
Dat tijdens een oorlog mensen nog steeds hun verantwoordelijkheid opnemen blijkt uit de verhalen : "Hoe Fräulein Dämchen begraven werd" en "Dies Natalis Invicti". Dit laatste verhaal is ook tegelijkertijd een zeer mooi kerstverhaal. Het verhaal "Melsen's Kruis" geeft ons een keihard beeld van het persoonlijk leed dat de bevolking kan overkomen tijdens een oorlog.

In het verhaal "De oorlogstribulatiën van Meneer Van Poppel" schetst de auteur op aangrijpende wijze de radeloosheid van de burger ingevolge het plunderen - bv. citaat: "Wat was het verkieslijkst, zijn kostbaarheden in den kelder metsen, in den tuin te begraven of op den zolder tusschen de balken te bergen?"

Het beeld dat ik krijg over het lot van de Belgische bevolking bij het uitbreken van de eerste oorlog is niet om vrolijk van te worden. En dat doet mij denken aan wat men kon leren bij Louis Paul Boon in "Het Geuzenboek" (zie mijn eerder bericht http://twaut.blogspot.be/2013/03/louis-paul-boon-i-het-geuzenboek.htm ). Oorlogen worden gevoerd, ...en de kleine man is het slachtoffer. Dit dienen we niet te vergeten als we naar de beelden kijken van de vele conflicten die er zijn. We moeten ons steeds afvragen hoe het zit met de bevolking. Gaan de oorlogvoerende partijen zich niet te buiten aan geweldplegingen tegen de bevolking?

Eerder las ik van Maurits Sabbe het boek : "De filosoof van 't sashuis.". Dit betreft een zeer optimistische liefdesverhaal over een vrijgezel voor wie men op zoek gaat naar een levenspartner.

De auteur Maurits Sabbe is misschien niet zo gekend. Hij was o.a. conservator van het Museum Plantin Moretus te Antwerpen en hoogleraar te Brussel. Ook dit is zo'n Vlaamse schrijver van wie ik nog meer ga lezen.
 
 
    

Bibliografie

foto uit J. Den Haan, J. Hulsker, G. Schmook, G. Stuiveling, A. Westerlinck, "Honderd schrijvers van onze eeuw. Van de eerste wereldoorlog tot heden.", Daamen N.V./De Sikkel, Den Haag/Antwerpen, 1954, 15.    

Maurits Sabbe, "In 't gedrang. Vertellingen uit den oorlog.", C.A.J. Van Dishoeck N.V., Bussum, 1930, 125 p.  (origineel uitgegeven in 1915).

zie ook  http://users.telenet.be/louis.jacobs/Sabbe.htm


 
 
 
 
 

 
 
 
 
 


maandag 25 maart 2013

Frontliteratuur (1) - Fritz Francken (1)

"Kinderkes...ik hoop dat er nooit geen oorlog meer komt"...ik hoor het mijn grootmoeder nog dikwijls met bevende stem zeggen. Echter, de verhalen die ik over "den oorlog" te horen kreeg van familieleden waren veelal over de tweede wereldoorlog: over de straf die men kreeg tijdens krijsgevangenschap wegens het stelen van de restanten van een stuk spek, het maken van soep van afval van appelsienschillen (wat nu blijkbaar niet zo bijzonder is), kinderen die van honger gras eten, krijt in brood opdat het toch wit zou kleuren, kastanjes in het brooddeeg, eten van katten,..... Nu pas besef ik dat deze verhalen voor hen meer dan mijmeringen waren. Aan wie anders dan hun (klein)kinderen konden de ouderen deze geschiedenissen kwijt. Hoe heeft heel deze generatie deze ellende verwerkt? Al deze verhalen zijn voor mij dan ook niet van voorbijgaande aard geweest. Het is toch opvallend dat er heel wat mensen in hun vrije tijd actief zijn met het aanleggen van diverse verzamelingen (helmen, medailles,......boeken). Verwerken we zo niet een beetje het feit dat deze ouderen er niet meer zijn?  

Later kreeg ik ook verhalen te horen van V2-bommen die over de stad vlogen......en die dan plots stopten met ratelen..."da's een teken dat ze gingen neerstorten". Ik had dan een beeld van mensen die op een markt stonden, enkele ogenblikken angstig opkeken en voor wie er op dat moment geen vluchten meer mogelijk is. 

De eerste wereldoorlog kwam minder aan bod. Ik weet bijvoorbeeld niet meer of het verhaal van een Duitse soldaat die op het erf van mijn overgrootouders kwam en werd weggejaagd door mijn overgrootvader zich situeert in de eerste of tweede wereldoorlog. Dezelfde twijfel heb ik over het verhaal van het pas geslacht biggetje dat men in een wieg verstopte toen "den Duits" kwam controleren...
 
Sedert enige tijd probeer ik dan ook een beeld te krijgen van de eerste wereldoorlog. Ik ben stilaan zogenaamde frontliteratuur aan het verzamelen. Proza en poëzie. Ik hoop dan ook over dit onderwerp regelmatig verslag uit te brengen.   Zo heb ik net "De blijde kruisvaart" gelezen van Fritz Francken (1893-1969 , pseudoniem voor Frederik Clijnman).



In het voorwoord van de editie die ik heb (1923) geeft de auteur aan dat hij met ettelijke in deze bladzijden voorkomende optimistische uitlatingen het niet meer eens is. Soms lijkt het boek optimistisch (bv. " De jongens lieten de kiekens vrij rondflodderen op 't neerhof en eerbiedigen 't boerderijtje omdat de pachter vrijgevig was. Hij noodigde hen soms op een potje koffie bij hem thuis en gaf hun al eens wat groenten uit zijn moestuin.") doch er zijn passages waar de gruwel van de oorlog vrij confronterend is. De ellende zit echter overduidelijk in de kleine dingen. Zo is er de soldaat die pas vader was geworden: "De oorlog hing hem fraai de keel uit. Want acht dagen voor ze te Brussel, Duitschlands brutaal ultimatum ontvangen hadden, zond Nonkel een hoorntje doopsuiker aan al zijn familieleden, om de plechtige geboorte van zijn derden zoon aan te kondigen en te verheerlijken."

Wat mij het meest trof is de soldaat die begon te zingen, uitgedaagd door het gezang aan de overzijde....maar dan plots: "Een schot knalde. Polleke stuikte voorover." Ook dit is oorlog uiteraard. 

Voorts krijgen we zeer voorzichtig duiding bij de toestand van de Vlaamse soldaat wanneer deze het slachtoffer is van het gegeven dat de meeste officieren en zelfs onderofficieren geen deftig Nederlands kennen. Een voorbeeld is de passage waar de soldaten worden aangesproken...."De exercitie begon ook voor goed. Alle dagen, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat, ging het van "Demi tour à droite! En tirailleurs vers la gauche! A droite par quatre!" en wat weet ik nog meer."      

Het boek geeft dus een beschrijving van het leven aan het front in de aanvangsfase van de eerste wereldoorlog en de gruwelijke werkelijkheid van het frontleven. Francken is dan misschien optimistisch...maar geeft mij toch een vrij helder beeld van de dagdagelijkse problemen aan het front in de eerste wereldoorlog. Ik ga nog meer werk zoeken van deze auteur.

Bibliografie

Fritz Francken, "De blijde kruisvaart.", Gust Jansen Uitgever, Antwerpen, 1923, p. 195. 

---

zie ook:

Nele Criel, Fritz Francken, meer dan een frontdichter. Een studie van de invloed van de Groote Oorlog op zijn poëzie en poëtica (scriptie voorgelegd tot het verkrijgen van de graad Master in de Taal- en Letterkunde, Universiteit Faculteit Letteren en wijsbegeerte, 2008-2009).
http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/414/423/RUG01-001414423_2010_0001_AC.pdf

http://schrijversgewijs.be/schrijvers/francken-fritz/
http://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id=fran007




























 



 

vrijdag 15 maart 2013

Twistgesprek door Ernest Claes en Filip De Pillecijn

Van het lezen van het boekje "Twistgesprek" kan een mens alleen maar vrolijk worden. Twee bekende Vlaamse auteurs - Ernest Claes (1885-1968) en Filip De Pillecijn (1891-1962) - gaan met elkaar in gesprek. Scheldproza van de bovenste plank. Ze vinden elkaars streek maar niks. Zo zegt Claes :"Och here ja, daar liggen een paar dorpen langs de Schelde zoals Antwerpen en Gent, maar heeft die mijnheer dan nooit de namen, de dreunende namen gehoord van de steden Hasselt, Diest, Aarschot?".....en wat te denken van een uitspraak als deze van De Pillecijn : "Hartverheffend is de aanblik van dat slaperige, pietlullige landschap niet, ginder aan die Demer: evenveel koeien als mensen. Ik zal maar niet zeggen wie van beide het verstandigste licht in de ogen heeft."  
 
Dit klein boekje, dat uitgegeven is voor de leden van de Clauwaert-vereniging (1956) , is toch wel eens leuk om te lezen. De pentekeningen zijn van ene Willy Mertens.   
 

zie ook
 
 

De varkensboer van Aloïs Blommaert

Het zit Jan De Rooy niet mee. Hij is verliefd op Tille Martens - dochter van boer Martens - en ondanks dat de liefde wederkerig is ziet ze het verder met hem niet zitten nu hij geen gelovig man meer is. Jan De Rooy had het geloof afgezworen omwille van het feit dat ondanks hard werk zijn ouders niet anders dan tegenslag hadden gekend. Jan komt ook van de stad alwaar hij goed verdiend heeft. Hij bouwt een boerderij uit ("varkensboer"). Gaandeweg verdient hij het respect van de andere boeren doch Tille kan hij maar niet overtuigen voor hem te kiezen. Uiteindelijk zal Jan De Rooy toch een gelovig man worden.....en kiest Tille toch nog voor hem.  



Als auteur bij het boek "De varkensboer" is vermeld ene: A. Blommaert. Dit blijkt te gaan om Aloïs Blommaert (1912-1958). Ik had van deze auteur nog nooit gehoord. De auteur heeft een zeer heldere schrijfstijl. Ik heb het boek met veel plezier gelezen.

Het boekje is uitgegeven door uitgeverij De Sleutel te Antwerpen.


----------

zie ook http://www.aloisblommaert.be/

                









maandag 11 maart 2013

Louis Paul Boon (I). Het Geuzenboek

Ik had mij reeds enige tijd voorgenomen "Het Geuzenboek" van Louis Paul Boon (1912-1979) te lezen. Boon wordt regelmatig gerekend tot het rijtje van de grote Vlaamse schrijvers. Ik geef toe dat ik een beetje laat ben....het zgn. "Boonjaar" is voorbij. Een berichtje als dit is dus ook niet meer zo speciaal. Toch wil ik nog iets kwijt over dit boek. Ik had het boek reeds een tijdje klaar liggen maar de meer dan 700 pagina's schrikken toch wat af. Ik heb ook nooit begrepen wat iedereen zo bijzonder aan dit boek vond. Ook de stofomslag die men gebruikelijk ziet is inmiddels gekend. Het is een afbeelding gekend van het schilderij "De moord op de onnozele kinderen" van Pieter Bruegel de Oude.
 
 
 
Ik herinner mij nog vrij goed de berichtgeving over het overlijden van Boon. Iedereen had het over hem...maar waarom werd hij later op school nooit geklasseerd bij de te lezen auteurs. Vermoedelijk heb ik toevallig leerkrachten Nederlands gehad - tijdens mijn studies middelbaar onderwijs - die deze auteur maar niets vonden. Niet dat Boon op een verboden lijst stond. Neen, maar op de één of andere manier heeft men mij nooit gestimuleerd om hem te lezen. 
 
"Het Geuzenboek" zou Boon hebben voltooid enige maanden voor zijn dood. Het werk wordt gerekend tot een trilogie (Pieter Daens of hoe in de negentiende eeuw de arbeiders van Aalst vochten tegen armoede en onrecht; De zwarte hand, of het anarchisme van de negentiende eeuw in het industriestadje Aalst) waar de sociale ontwikkelingen in Vlaanderen in romanvorm worden beschreven. Boon heeft hier iets te vertellen: de kleine man is altijd de kop van jut. Oorlogen worden gevoerd, ...en de kleine man is het slachtoffer. Degene die aan de basis ligt van de ondergang van de kleine man wordt dan ook vrij hard aangepakt. Zo krijgen we in "Het Geuzenboek" kennis met de "kleine kantjes" van Keizer Karel, Filips II en Willem van Oranje. Ja, ook Willem van Oranje, de Zwijger, krijgen we hier toch wel vanuit een ander perspectief omschreven : twijfelend, geen empathie voor het gewone volk dat in opstand komt.....Of deze kritiek terecht is weet ik niet. Het nodigt in ieder geval uit om één en ander eens verder te bekijken.  
 
De periode van de opstand tegen de Spanjaarden, het optreden van Alva worden hier ook vrij confronterend omschreven. Het zet een mens aan het denken. Vreemde troepen, opstand van de bevolking zelf, alleenheersers, wreedheden, onrecht, armoede en honger .....brandend actueel als je het mij vraagt.
 
"Het Geuzenboek" is echt een aanrader. Ik ga in ieder geval nog meer van Boon lezen. 
 
Bibliografie:
 
Louis Paul Boon , Het Geuzenboek, Amsterdam Uitgeverij De Arbeiderspers - Em. Querido'sUitgeverij B.V.
 
zie ook
 
 
 
      
   
   

vrijdag 8 maart 2013

Woordenboeken (II)

Fascinerend is het toch dat je steeds maar andere woordenboeken e.d. kan aantreffen over diverse onderwerpen.

Zo bestaat er het boek XYZ Der Muziek van Casper Höweler.


Hier kan je heel wat informatie in vinden over componisten en hun voornaamste werken, instrumenten, termen,...

Ook interessant zijn twee werken over heraldiek.Het boekje "Elseviers encyclopedie van de heraldiek van H.W.M.J. Kits Nieuwenkamp" is eenvoudig maar toch wel knap geïllustreerd. Dit werkje heeft niet enkel een alfabetisch overzicht doch ook een vrij ruim gedeelte vooraf met toch nog wat meer informatie over dit onderwerp.Nuttig is uiteraard ook de literatuuropgave.      

 
   
Een ander gelijkaardig werk betreft "Heraldiek en genealogie. Een encyclopedisch vademecum van C. Pama." Ook hier is er naast een afabetisch overzicht een gedeelte vooraf met de nodige inlichtingen. Voorts is er hier toch wel een ruime bibliografie en tevens een register van heraldische termen en begrippen in het Nederlands, Frans, Duits en Engels.

Bibliografie

C. Pama , Heraldiek en genealogie. Een encyclopedisch vademecum., Uitgeverij Het Spectrum Utrecht/Antwerpen 1969, 415 p.

H.W.M.J. Kits Nieuwenkamp, Elseviers encyclopedie van de heraldiek, Elsevier, Amsterdam/Brussel, 1961 , 256 p.

Casper Höweler, XYZ Der Muziek, De Haan, Haarlem, 1976, 716 p. 
  

maandag 4 maart 2013

Woordenboeken (I)


Ik heb nu al enkele blogs gevonden waar verzamelaars van boeken hun hobby bespreken. Soms lees ik herkenbare verhalen van het aantreffen van een welbepaald boek. Meestal is het een bijzondere geschiedenis over de reis naar het antiquariaat, bespreking van vorm, ouderdom, staat, prijs.... Heel bijzondere verhalen zijn dit meestal. Als verzamelaar van boeken leer je hier iets van en ik ben dan ook de vele auteurs van dergelijke blogs dankbaar voor de berichtgeving over hun passie.

Ik heb dan ook mijn verzameling boeken eens aan een nadere studie onderworpen en kan nu toch wel enkele soorten boeken opsommen die ik blijkbaar de afgelopen jaren heb verzameld en die dus misschien in aanmerking komen om mijn hobby wat te "temperen". Ik zou hierbij dan zeker woordenboeken, vakwoordenboeken en/of lexicons willen vernoemen. Ik heb altijd een beetje de behoefte om over een bepaald onderwerp meer te weten te komen. Als ik dit dan toevallig even ter hand neem kan ik soms beginnen mijmeren en ontstaat er al gauw een begin van een verhaaltje....een gesprek. Zie bijvoorbeeld eerder mijn bericht met als titel: De letter doodt, maar de geest maakt levend. http://twaut.blogspot.be/2013/02/de-letter-doodt-maar-de-geest-maakt.html.   

Ik wil zeker niet een historisch overzicht over dit onderwerp schrijven (voorlopig is dit toch niet de bedoeling), doch wil enkel af en toe verslag uitbrengen van een reeks boeken die ik bezit of recent heb aangeschaft. Misschien kan ik op deze wijze hun werkelijk nut aan de hand van de omvang van deze voorbeelden (her)evalueren. 

Het eerste dat ik onder de aandacht wil brengen, en dan vooral omdat ik dit regelmatig consulteer is het Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid door K. Ter Laan (Kornelis ter Laan, 1871-1963). Dit boek (mijn exemplaar is een uitgave uit 1952) geeft je heel wat informatie over de letterkunde.   


Iemand ooit al gehoord van Brabantsche Yeesten? Volgens dit woordenboek betreft dit : rijmkroniek van Jan van Boendale, gedicht in opdracht van heer Willem Bornecolve uit Antwerpen; +/− 1350. Uitgegeven door J.F. Willems, vervolgd door Bormans, 1839-'69. Ik kan uren in dit boekje zitten zoeken. Meestal neem ik het ook ter hand als ik weer is een oud boekje heb gevonden; op zoek naar meer informatie over de auteur. Een variant is trouwens: Letterkundig Lexicon. De wereldliteratuur van de twintigste eeuw van Helmut Olles.
  

Van K. Ter Laan is er ook Nederlandse spreekwoorden/spreuken en zegswijzen met de weerspreuken verzameld door A.M. Heidt.

De afbeelding op de omslag is een fragment van het schilderij van Pieter Bruegel de Oudere : Spreekwoorden (1). Hier kom je  over heel wat spreekwoorden, spreuken en zegswijzen meer te weten. Wat is bv. de uitleg over : "Dat loopt er door als een rode draad"? Men wil hiermee zeggen dat in een betoog een gedachte telkens terugkeert. Uitleg hiervoor is dat dit uit het Engels zou komen; namelijk al het touwwerk voor de Britse marine, dat te Portsmouth werd geslagen zou in zijn midden een rode draad hebben gehad.  In dit boek is ook het deel met de geraadpleegde werken en de weerspreuken zeer interessant. Een ander boekje waar ik toch wel is regelmatig in zit te zoeken is : "We zien wel waar het schip strandt. Zee- en scheepvaarttermen in het dagelijks taalgebruik van Jan Berns."


Het is inderdaad opvallend dat we heel wat spreekwoorden gebruiken die te verklaren zijn in de scheepvaart. Wat is bijvoorbeeld de verklaring voor : "Het loopt de spuigaten uit"? Spuigaten zijn de openingen in het scheepsdek waardoor het water dat daarop komt weggevoerd wordt. Oospronkelijk was de zegswijze : Het bloed liep de spuigaten uit. Tijdens zeegevechten kon het er zo gruwelijk aan toe gaan dat het bloed van de gewonden door de spuigaten wegliep.
Een ander prima werk over spreekwoorden betreft : Nederlandse spreekwoorden en gezegden verklaard en vergeleken met die in het Frans, Duits en Engels van Dr. F.A. Stoett.  Mijn exemplaar betreft de tiende herziene en vermeerderde druk bewerkt door Dr. C. Kruyskamp. De eerste uitgave dateert reeds van 1902.

Wat te denken van een woordenboek over het Brussels dialect: "dictionnaire du dialecte bruxellois van Louis Quievreux"?


Dit is een heel interessant werk dat je nog heel wat informatie geeft over de stad Brussel. Ken je bijvoorbeeld : "op een wier zitten"? In het boek : "Ze zitte on e wier" : ils sont en train de commérer, ou de ronfler sans fin (allusion à la scie du menusier qui traverse un noeud). Het betreft het steeds maar verder ter sprake brengen van hetzelfde onderwerp. Vergelijking kan gemaakt worden met het moment waarop je hout aan het zagen bent en op een plaats komt waar vroeger een tak zat (knoest). Trouwens, zeer interessant over hetzelfde onderwerp is : "En dad'in a kas van Marcel de Schrijver"  
Wat te denken van : "Ge kunt er pietersille in zoeie". Dit wordt gebruikt voor iemand die vuil oren heeft. Er zit zodanig veel vuil in zijn oren dat je er peterselie in kan zaaien. 
Iets ernstiger zijn de woordenboeken over de klassieke oudheid. Het Standaard woordenboek van de klassieke oudheid van G.H. Halsberghe ingeleid door F.J. De Waele is toch wel een zeer goed (basis)werk. Hier kan je heel wat informatie terugvinden over de antieke cultuur. We zijn hier getuige van het belang van de periode van de Grieken en Romeinen voor de vorming van onze beschaving. Het is rijkelijk geïllustreerd en er is regelmatig verwijzing naar bestaande litteratuur over een bepaald onderwerp.
 
 
Compacter in omvang is trouwens: Prisma woordenboek der klassieke oudheid van Dr. P.J. Reimer  
 
 
Het Prisma Latijns Citatenboek van Dr. D.J.A. Westerhuis is toch ook wel een boekje dat vrij veel informatie bevat. Je leest dan ergens een Latijns citaat en kan dan via dit boekje te weten komen in welk klassiek werk de bewuste passage kan worden teruggevonden of aan wie men een bepaalde uitspraak kan toeschrijven. Uiteraard kan je de vertaling terugvinden. Bijvoorbeeld : Urbi et orbi....Aan de stad en aan het wereldrond.  Leuk! 

Een ander klassiek werk betreft Nijhoffs Geschiedenislexicon. Nederland en België samengesteld door H.W.J. Volmuller in samenwerking met de redactie van de Grote Oosthoek. Hier kan men heel wat informatie terugvinden - met verwijzingen naar litteratuur - van de geschiedenis van de Nederlanden. Dit werk is ook prachtig geïllustreerd. 
 
Dergelijke boeken geven je de mogelijkheid om over een bepaald onderwerp informatie terug te vinden, de verklaring voor een uitspraak, spreekwoord,....Je kan dit ook via internet vinden zou je dan kunnen stellen. Wel , ik ben nog van de oude stijl. Ik moet het ook "op papier" hebben.

  
Bibliografie

Jan Berns, We zien wel waar het schip strandt. Zee- en scheepvaarttermen in het dagelijks taalgebruik, Uitgeverij  BZZTôH, 's-Gravenhage, 1991, 19. 

G.H. Halsberghe, "Standaard woordenboek van de klassieke oudheid.", Standaar Uitgeverij, Antwerpen/Utrecht, 1970, 551 p.  

Marcel de Schrijver, "En dad'in a kas! Het levend Brussels dialekt.", Norwest Uitgaven Brussel, s.d., 176. 

K. Ter Laan, Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid, N.V. De Nederlandsche boekhandel, Antwerpen, 1952, 68.  

K. Ter Laan, Nederlandse spreekwoorden/spreuken en zegswijzen met de weerspreuken verzameld door A.M. Heidt, Elsevier, Amsterdam/Brussel, 1981, 75.

Louis Quievreux, "dictionnaire du dialecte bruxellois", Editions Libro-Sciences, Brussel 1985, 224.

P.J. Reimer, "Prisma woordenboek der klassieke oudheid", Uitgeverij Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen,1974, 187 p.

D.J.A. Westerhuis, Prisma Latijns citatenboek, Uitgeverij Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen, 1974, 184.

H.W.J. Volmuller (red.), Nijhoffs Geschiedenislexicon. Nederland en België, Martinus Nijhoff, 's Gravenhage-Antwerpen, 1981, 655 p.

http://www.vlaamswoordenboek.be/definities/zoek


   

vrijdag 1 maart 2013

Tijdsdocument (1)

Als je oude kranten of tijdschriften toevallig leest, dan kan een bepaald artikel of beeld U toch wel even doen nadenken. Soms heb je behoefte dit aan anderen kenbaar te maken. Vroeger ging dit al gauw verloren.....nu kan ik één en ander onder de aandacht brengen. 

Recent vond ik dit toch wel iets leuk om eens te lezen.

  
uit "L'ami de l'ouvrier. Journal hebdomadaire illustré", 21-02-1875, 59.