vrijdag 12 juli 2013

Schatten in een schriftje - Alexis De Carne

Toen ik enkele maanden terug mij lanceerde in het blogwereldje had ik nooit gedacht dat er een moment zou komen dat er enige luwte zou komen in het opstellen van berichtjes. Uw dienaar werd de afgelopen weken geconfronteerd met een panne aan het internet en geniet duidelijk ook van het prachtige weer.....en gaat op zoek naar boeken.
 
Als je nu op zoek gaat naar boeken, dan tref je soms ook allerlei schriftjes aan...reisverhalen zijn bijvoorbeeld zeer populair. Recent vond ik een redelijk oud schriftje waar allerlei gedichten in geschreven stonden. Het gaat hier om gedichten die te maken hebben met de Vlaamse gedachte. Waarom niet eens af en toe deze gedichten bespreken dacht ik zo...
 
Een eerste gedichtje
 

Het gaat hier om een lied "O Magali". Onze verzamelaar had enkel de eerste drie strofen blijkbaar overgeschreven.

---------------
 I.

Kent gij de streek van God verkoren?
Effene vlakte, diep verschiet,
Wemelend veld waar 't gulden koren
Liefelijk zingt zijn ruischend lied?

KOOR : Vlaanderen lief, gij zijt dat land
               Dat uitverkoren,
               Dat boven al de kroone spant,
               Mijn Vlaanderland
 
II.
 
Kent gij de streek waar blij de stroomen
Mandel en Lei en I Jzer-vliet,
Kronkelend van den heuvel komen
Vloeiende tusschen lisch en riet !
 
KOOR : Vlaanderen lief, gij zijt dat land
                Der blij de stroomen,
                Dat boven al de kroone spant,
                Mijn Vlaanderland.
 
III.
 
 
Kent gij de meerschen zonder palen
Dampend alom van Meiedauw,
Tintlend tapijt vol goud-koralen
Purper en rood en gloeiend blauw?
 
KOOR : Vlaanderen lief, gij zijt dat land
                Der goud-koralen,
                Dat boven al de kroone spant,
                Mijn Vlaanderland.
 
IV.
  
Kent gij de streek van 't blonde Noorden?
't Waait er en 't buischt er 's winters fel;
Zoet zingt de wind zijn wilde akkoorden,
't Kind van de streek verstaat ze wel.
 
KOOR : Vlaanderen lief, gij zijt dat land
               Van 't blonde Noorden,
                Dat boven al de kroone spant,
                Mijn Vlaanderland.


V.
 
Kent gij de streek der Vlaamsche tongen.
Kent gij den klank van 't Vlaamsche lied,
't Lied dat Kaproen en Klauwaart zongen
Telkens ze Roelant strij dwaarts riep?

 
KOOR : Vlaanderen lief, gij zijt dat land
              Der Vlaamsche tongen,
             Dat boven al de kroone spant,
             Mijn Vlaanderland.

VI.
 
 
Kent gij de streek waar 'k ben geboren,
Waar dat ik kind en kersten werd ?
Kent gij de klok en d'hoogen toren
Mij alle twee zoo dier aan 't hert?

 
Koor: Vlaanderen lief, gij zijt dat land
           Waar 'k ben geboren,
           Dat boven al de kroone spant,
           Mijn Vaderland.

-----------------------(1)

De auteur betreft Alexis-Josephus De Carne (1848-1883). Hij werd geboren te Stavele op 11 december 1848, priester gewijd in 1872, en kwam te overlijden op 16 december 1883.
 
De Carne was een priester-dichter.(2) Het lied moet op gegeven ogenblik zeer populair geweest zijn.  

 
-----------

 Noten
 
(1) tekst komt uit Hugo Verriest, "Twintig Vlaamsche koppen", II, Leuven-Gent-Mechelen, S.V. De Vlaamsche Boekenhalle, 34-35 (zie ook http://www.dbnl.org/arch/verr007twin04_01/pag/verr007twin04_01.pdf ) met hierin ook een prachtige omschrijving van de auteur.
 
(2) zie ook afbeelding van een gedenkplaat aan zijn geboortehuis.
http://www.alveringem.be/toerisme/index.php?Itemid=232&id=21&option=com_content&task=view
 

 


 
 
 
 
 

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 




 
 




 
 
 

 
 
 
 
 
 
 


.
 
 


 
 
    

Geen opmerkingen:

Een reactie posten